Merkwaardige macro mineralen

een informatieve rubriek met handstukken uit de collectie van Raymond Dedeyne, door hemzelf becommentarieerd en door Theo Muller van foto’s voorzien  -  voor vragen of suggesties, email mmm@minerant.org
 

FLUORAPOPHYLLIET-(K)

Momin Akhada, Rahuri, Ahmednagar, Maharashtra, India



Toen in de mid-zeventiger jaren mineralen uit de Indische Deccan Traps hun weg begonnen te vinden naar onze verzamelingen waren die nog uitermate duur. De eerste specimens werden hier nog binnengebracht via Indische diamanthandelaars – need I say more? Die hoge prijzen zijn ondertussen spectaculair afgekalfd, vooral sinds bleek dat de voorraad aan de bron schier onuitputtelijk was: momenteel worden er elk jaar dan ook ettelijke tonnen van aangevoerd. Nochtans worden zo nu en dan toch nog spectaculaire nieuwe vondsten gedaan – niet zozeer van nieuwe mineraalsoorten dan wel van specimens van uitzonderlijk hoge kwaliteit – en daarvoor worden net zoals in het begin nog steeds stevige prijzen aangerekend.

Een van die nieuwe ontdekkingen - die in de periode 2001 tot 2013 met tussenpozen veel ophef maakte - was de opmerkenswaardige vondst van heel hoog-kwalitatieve, voorheen nooit geziene fluorapophylliet-(K) uit Momin Akhada, een dorp nabij de stad Rahuri in het district Ahmednagar in de staat Maharashtra. Die werd daar voor het eerst gevonden in 2001, bij het slaan van een waterput (put #1). Volledigheidshalve: in de omgeving van Rahuri werd daarvoor nooit apophylliet van enige waarde gevonden. Dergelijke putten zijn in de eerste plaats bedoeld voor irrigatie. Met een typische diameter van 10 tot 20 meter bij een diepte tot 50 meter vallen ze behoorlijk groot uit. Hun levensduur is normaal beperkt van één tot enkele jaren: als ze droogvallen wordt er gewoon een nieuwe geboord. In de harde basaltondergrond van de (van oorsprong vulkanische) Deccan Traps zitten nogal wat holle ruimtes – restanten van gasbellen die ontstonden toen lang geleden de vloeibare lava afkoelde. Met wat geluk worden die bij het slaan van een put aangeboord en met nog wat meer geluk worden er soms interessante mineraalkristallisaties in gevonden. Vondsten die de moeite lonen worden dan door lokale koeriers (“runners”) opgekocht of gemeld aan grotere mineralenhandelaars die dan met de eigenaars een exploitatieovereenkomst proberen te treffen. In dit geval werd de exploitatie ondernomen door Fasi (vader) en Sami (zoon) Makki, eigenaars van de firma Matrix India Minerals en al sinds de zeventiger jaren actief in de branche, waar zij al heel wat opmerkelijke ontdekkingen op hun naam hebben gezet.

De holte bij put #1 zat op een diepte van 15 meter en mat 1,5 bij 2,4 bij 9 meter. Er werden ongeveer 300 specimens verzameld die allemaal op de Münchener beurs van 2001 werden aangeboden. Ze maakten er danig veel ophef: binnen de 45 minuten was alles verkocht. In 2004 viel put #1 droog en werd er een nieuwe (put #2) geslagen. Hierbij stootte men terug op een holte van 3 op 1,5 op 6 meter, weer op 15 meter diepte: die leverde zowat 500 specimens op. En alle goede dingen bestaan uit drieën: het hele verhaal werd nog eens succesvol overgedaan in 2013 (put #3) met als resultaat een nieuwe schatkamer op 9 meter diepte van 1,2 op 2,5 op 7,5 meter en een opbrengst van zo’n 1000 specimens. In totaal werden er dus zowat 1800 stuks geborgen, waarvan pakweg 1000 van zeer goede kwaliteit, en telkens tekenden Fasi en Sami Makki voor de exploitatie en commercialisatie. Hierbij liep niet altijd alles van een leien dakje: met een dergelijke onderneming is veel geld gemoeid en daarvan wil natuurlijk iedereen – terecht of onterecht – zijn deel. In The Collector’s Newspaper #7 van 2013 (een privé uitgave van Tomasz Praskier van het Poolse Spirifer) doen de Maki’s uitgebreid het relaas van hun tribulaties met een concurrent én de lokale politieke maffia en daarbij werden sabotage van uitrusting, diefstal van complete zendingen specimens, corruptie, rechtsvervolging en zelfs bedreiging met vuurwapens niet geschuwd. Het westen van India vertoont blijkbaar nogal wat gelijkenis met het Amerikaanse Verre Westen.

Het specimen op de foto (110 op 95 op 45 mm) kocht ik in september 2004 – het komt dus nagenoeg zeker uit put #2. De apophylliet vormt half-sferische groepen op een matrix van witte stilbietkristallen. Die clusters zijn opgebouwd uit stevige, geblokte kristallen – kleurloos aan de periferie, groen naar binnen toe, en hoe dichter bij het centrum van de groep, des te sterker de kleur. Die zou te wijten zijn aan de aanwezigheid van vanadium en is (tenminste in mijn verzameling) stabiel gebleken, niettegenstaande de aanvankelijke vrees voor verbleken onder invloed van daglicht. Deze specimens kregen al gauw de bijnaam “disco balls” – vanwege hun analogie met gelijkaardige toestanden in de disco’s rond de 70-80’er jaren. Apophylliet behoort tot het tetragonale stelsel, ditetragonaal-dipiramidale klasse. Dank zij de uitermate euhedrische kristallen is de kristallografie hier relatief eenvoudig: het gaat hem uitsluitend om een combinatie van tetragonaal prisma {110} met pinacoïd {001} – optioneel aangevuld met een meestal nog nauwelijks zichtbare tetragonale dipiramide {111}. Het loont nochtans de moeite om te proberen deze laatste te identificeren: het gaat hem hier om doorgaans zeer kleine afschuiningen aan de hoekpunten van de kristallen. Als die helemaal afwezig zijn dan is er een kans dat het specimen beschadigd werd: apophylliet splijt nagenoeg perfect evenwijdig aan het pinacoïd – zodat het ontstane splijtvlak niet zo direct van een kristalvlak te onderscheiden is - en daarbij gaan de minuscule vlakjes {111} heel gemakkelijk verloren.

Deze specimens zijn momenteel niet meer te verkrijgen – tenzij uit occasionele verkoop van een oude verzameling. Toch bestaat er nog hoop voor zij die tot dusver achter het net visten: de drie putten in kwestie liggen op een onderlinge afstand van amper 300 meter en ondertussen is put #3 al weer enkele jaren in operatie. Het is dus niet uitgesloten dat – mocht die droogvallen en er in de nabije omgeving een nieuwe put wordt geslagen – er een nieuwe oogst aan “disco balls” beschikbaar komt. Volledigheidshalve: “specimen mining” werd hier al eerder overwogen, maar het idee strandde op blijkbaar onoverkomelijke legale problemen.
 
alfabetische index